Ouderen die nog goed kunnen kauwen hebben minder kans op dementie
Dit concluderen onderzoekers van het Zweedse Karolinska Institutet. Hun resultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of the American Geriatrics Society (JAGS).
De onderzoekers onderzochten 557 mensen van 77 jaar of ouder op tandverlies, kauwvaardigheid en cognitieve functies.
Ze stelden vast dat mensen die moeite hebben in hard voedsel te bijten, zoals bijvoorbeeld appels een duidelijk hoger risico op dementie hebben.
Dit verband bleef zichtbaar, zelfs als de onderzoekers rekening hielden met het geslacht, de leeftijd, het opleidingsniveau en de mentale gezondheid van de deelnemers.
Eerdere onderzoeken toonden al aan dat er een verband is tussen het niet hebben van tanden en een hoger risico op dementie. Een reden hiervoor kan zijn dat het verlies van tanden het kauwen bemoeilijkt, waardoor er minder bloed naar het hoofd en de hersenen stroomt.
Voor het goede effect van kauwen maakt het niet uit of men dit met de eigen tanden of met een kunstgebit doet.
Onderzoek relatie ‘kauwen en dementie’ in Nederland
Roxane Weijenberg aan de Vrije Universiteit heeft hier een promotie-onderzoek gedaan naar het effect van meer kauwactiviteit op cognitie en kwaliteit van leven van ouderen met een dementie.
Van lichamelijke activiteit is bekend dat het een positief effect kan hebben op cognitie en kwaliteit van leven.
Matig tot intensief bewegen verlaagt stress, bloeddruk en verrijkt de omgeving.
Kauwen heeft vergelijkbare effecten en kan dus gezien worden als een vorm van bewegen.
Weijenberg bevestigt het verband tussen kauwen en het geheugen:
“Als de kauwfunctie en kauwactiviteit beperkt zijn, is de geheugenfunctie dat ook”
Ook blijkt uit haar onderzoek dat pijn vaak niet gezien wordt bij deze ouderen en dus ook pijn aan de mond niet.
Om goed te kunnen kauwen zijn twee dingen nodig:
Het blijkt dat de mondgezondheid bij ouderen met dementie niet altijd optimaal is en ook dat er vaak onnodig zacht of gemalen voedsel gegeten wordt.
De aanpak van het onderzoek
Meer dan honderd ouderen (gemiddeld 85 jaar) met dementie die een ouderenzorgcentrum bezochten of bewoonden, namen deel aan het onderzoek van Weijenberg. Ze werden in een controle- of interventiegroep geplaatst. De interventiegroep kreeg de behandeling: geïntensiveerde mondzorg en een dieet van vast voedsel. De controlegroep bleef de gangbare zorg ontvangen. Gedurende een half jaar werden ze vier keer onderzocht, onder andere met interviews waarbij Weijenberg neuropsychologische tests gebruikte en vragenlijsten afnam bij de verzorging. Het kauwvermogen werd onder andere gemeten met tweekleuren kauwgom, die gedurende 20 seconden gekauwd werd. Hierna werd de mate van menging digitaal gemeten. Uit het klinische onderzoek blijkt dat er bij ouderen met een dementie een positief verband is tussen het kauwvermogen en bepaalde cognitieve functies; wie beter kan kauwen presteert ook beter.
Problematiek rondom mondzorg bij ouderen
Helaas bleek ook dat het intensiveren van mondzorg en het aanpassen van het dieet meer voeten in aarde had dan van te voren voorzien was. Het lukte Weijenberg hierdoor uiteindelijk niet om het effect van de interventie te onderzoeken. Ondanks de inzet van de onderzoekers en het verzorgende personeel was er vaak niet genoeg tijd, kennis en vaardigheid in huis om bij iedereen elke dag twee maal daags de mond te verzorgen. Naast tijdgebrek speelde omgaan met afweergedrag, zoals slaan of bijten, een grote beperkte factor. De dieetaanpassingen werden vaak bemoeilijkt door organisatorische problemen. Er zal geïnvesteerd moeten worden om mondzorg en kauwen te stimuleren. Verzorgend personeel heeft specifieke training nodig en uitgebreide begeleiding, onder andere in het omgaan met probleemgedrag.
Mariam Aaras
Meer info over belang van goed kauwen is te vinden op http://ikeethalal.nl/goed-kauwen-gezond-en-verantwoord/
goed kauwen