Nee.
Doel: een betere balans tussen dierenwelzijn en religieuze grondrechten bij het slachten.
Sindsdien zijn er verschillende verbeteringen doorgevoerd. Zo wordt nu bijna 100% van de kosjere slacht gecontroleerd door inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De kosjere slachters mogen alleen slachten na jarenlange intensieve opleiding met veel aandacht voor dierenwelzijn.
Het convenant wordt momenteel geëvalueerd om verdere verbeteringen door te voeren. Terwijl dit gebeurt, worden de uitgangspunten nu ter discussie gesteld.
Aanleiding voor het NRC-commentaar is een rapport van de NVWA. Het rapport gaat over de gehele roodvleesketen, vanaf het fokken en houden van dieren voor vleesconsumptie, voeding, vervoer, slacht en verwerking van het vlees. Slechts een klein deel gaat over onbedwelmde rituele slacht.
De onderzoekers geven zelf diverse malen in het rapport aan dat voor de gehele slacht (niet alleen dus voor de slacht op basis van religieuze riten) de omvang van het dierenleed eigenlijk niet goed bekend is omdat zij niet beschikt over een betrouwbaar onderzoek, of registratie daarvan. Dat moet al een reden zijn om voorzichtig te zijn met conclusies.
De kosjere slacht moet ook in verhouding worden gezien. Er worden in Nederland jaarlijks circa 20 miljoen runderen, varkens, geiten, schapen en paarden industrieel geslacht; tienduizend (!) keer meer dan de ca. 2.000 kosjer geslachte dieren.
Het rapport gaat uitgebreid in op misstanden bij die 20 miljoen industrieel geslachte dieren. Lees even mee: „Varkens worden voor de slacht bedwelmd met CO2 of elektrisch verdoofd. (…) Deze methoden worden niet altijd correct toegepast met als gevolg extra lijden. Slachtdieren kunnen na inadequate bedwelming weer bijkomen, waardoor het gevaar bestaat dat al gestart wordt met slachthandelingen terwijl het dier nog leeft.”
Het feit dat het bij die andere, veel grotere slacht, zo vaak niet goed gaat, is voor ons geen excuus om niet zelf continu te kijken hoe wij diervriendelijk kunnen slachten. Wij vragen ons wel af hoe het kan dat alleen de rituele slacht nu zo ter discussie wordt gebracht, daar waar de grootste winst op het gebied van dierenleed elders valt te halen. Waarom is er geen aanbeveling om, net als bij de rituele slacht, de industriële slacht beter te reguleren? Die regelgeving en controle bestaat juist al voor onze slacht en wordt door het convenant uit 2011 continu verder ontwikkeld.
Kortom, als joodse gemeenschap zetten wij ons voortdurend in voor dierenwelzijn. Het zou van verantwoord bestuur getuigen ons een kans te geven in plaats van met verboden te schermen. De NVWA-inspecteur-generaal zelf neemt in zijn aanbiedingsbrief afstand van het rapport en geeft aan voorstander te zijn van een goede wettelijke regeling voor het onbedwelmd doden van slachtdieren. Als joodse gemeenschap zijn we het hier volmondig mee eens.
Bron:NRC.nl
5 november 2015