Dat honing de eigenschap heeft om bacteriën te doden, was al eeuwenlang bekend. Het middel wordt sinds jaar en dag gebruikt. `De volkswijsheid klopt’,
zei Kwakman. `Alleen was niet helemaal duidelijk waarom honing die eigenschap heeft.’
De hoge suikerconcentratie in honing (ongeveer 80 procent) speelt een rol. Sommige bacteriesoorten kunnen daar niet tegen. Daarnaast breekt een enzym in honing suiker af, waarbij een beetje waterstofperoxide ontstaat. Niet schadelijk voor de huid, maar genoeg om sommige bacteriën te doden.
Maar zelfs als de honing wordt gemengd met een stof die de vorming van waterstofperoxide blokkeert, heeft hij nog een sterke antibacteriële werking.
Voor zijn onderzoek heeft Kwakman honing gescheiden, onder andere op de grootte van de deeltjes in de honing en de lading van de deeltjes.
Steeds keek hij welk fractie van de honing actief was. Na veel monnikenwerk vond de onderzoeker een klein eiwit waaraan de resterende antimicrobiële werking kon worden toegeschreven. Bijen gebruiken dit eiwit in hun eigen afweersysteem.
Het onderzoek was een belangrijke stap naar de ontrafeling van de helende eigenschap van honing.
Elke soort is anders, bijen verzamelen nectar van verschillende bloemen.
Van elke honingsoort moest dan ook afzonderlijk worden vastgesteld welke stoffen verantwoordelijkheid waren voor de antimicrobiële werking.
Voor zijn onderzoek heeft Kwakman honing uit Wageningen gebruikt die in kassen onder gecontroleerde omstandigheden werden geproduceerd.
Uit welke bloemen de nectar voor de honing is gehaald, is het geheim van de leverancier.
Bron: AMC
Welkom
Vragen? Mail gerust naar info@ikeethalal.nl