“Allochtone Nederlanders hebben een vergrote kans op het ontwikkelen van psychische ziekten,”
schrijft Ali Yalcin, psycholoog van I-PSY, een organisatie van interculturele psychiatrie.De volgende redenen hebben vaak een aandeel in:
- discriminatie
- migratiegerelateerde psychische problemen
- andere leefstijl
- kleiner maar ook vaak een gesloten sociaal netwerk hebben
Marokkanen, Turken, Surinamers en Antilianen hebben de grootste kans om een psychische ziekte te krijgen.”
Allochtone patiënten komen steeds vaker bij de GGZterecht wanneer er sprake is van psychische aandoeningen.
De toename heeft onder andere te maken met
– Het beleid die instellingen ontwikkelen om deze patiënten zorg te kunnen bieden die optimaal aansluit op hun zorgvraag.
– De groei van hulpverleners met een allochtone achtergrond in de zorg
– Het ontstaan van instellingen zoals i-psy (interculturele psychiatrie) die binnen een Intercultureel behandelsetting werken.
De meeste allochtonen gaan niet naar een psycholoog of een psychiater omdat ze liever de problemen zelf binnen hun eigen sociale omgeving willen oplossen. Dit komt door de taboe die er is op psychische ziekten waardoor patiënten negatief gelabeld worden (stigma).
Dit blijkt in het bijzonder bij de Surinaamse, Turkse en de Marokkaanse cultuur. Ten tweede bestaat onder de allochtonen nog steeds twijfels over de effectiviteit van de GGZ.
Dit komt onder andere doordat de kwaliteit volgens allochtone patiënten vaak te kort schiet op een aantal punten zoals het aanpassen van de behandel- en denkwijzen op allochtonen.
Turkse patiënten zoeken vaak te laat hulp
Turkse patiënten hebben de volgende redenen waarom ze niet of erg laat hulp zoeken:
Klachten onder turkse patiënten
Omdat Turkse patiënten hun psychische klachten niet of te laat herkennen, komen ze vaak met onverklaarbare lichamelijke klachten bij de huisarts.
Deze verwijst hen dan vervolgens door naar de GGZ.
De grootste groep Turkse patiënten (eerste generatie) die zich aanmeldt bij de ggz krijgt de diagnose Stemmingsstoornis en komt met depressieve klachten in zorg.
Hoe hoger de leeftijd, hoe meer depressie er voorkomt.
Naast depressies komt angststoornissen op de tweede plaats als meest voorkomende aandoening.
Turkse jongeren vertonen veelal internaliserende problemen.
Deze problemen worden pas laat gesignaleerd, aangezien ouders de klachten niet herkennen of schrijven deze toe aan omgevingsfactoren.
Ook de gedachte dat het kind een ‘etiket’ krijgt waardoor dit het functioneren in de toekomst kan beïnvloeden, houdt ouders tegen om hulp te zoeken.
GGZ hulpverlening bij allochtone populatie, in het bijzonder bij de Turkse patiënten, verloopt moeizaam in Nederland.
Hulpverleners vinden dat ze niet het beoogde resultaat halen bij deze doelgroep. Ondanks dat er veel barriere’s zijn weggehaald om de GGZ zo toegankelijk mogelijk te maken (financieel, informatief, specifiek voor doelgroepen gerichte zorg), blijft de taal en cultuurbarrières bestaan.
Een van de oplossingen is de Nederlandse hulpverlening ‘ïnterculturaliseren’, zoals dat gebeurt binnen de Parnassia Groep met een instelling als i-psy.
De verschillende vormen van zorggedrag en opvatting zijn vaak goed gekend voor hulpverleners van de eigen (sub)cultuur, maar vaak onbekend voor de zorgverlener met een andere culturele achtergrond.
Als er een zoveel mogelijk een match kan worden gedaan met de patiënt en de hulpverlener wat betreft taal en cultuur, is de kans op goede zorg en behandeling veel groter.
Mariam Aaras
bron: eenvandaag.nl
allochtone patiënten