4.2.5 Onbedwelmd slachten
Half 2012 is het Convenant onbedwelmd slachten rituele slacht ondertekend en gepubliceerd.
zie
Echter, vóórdat dit Convenant in wetgeving is verankerd is het niet van toepassing.
Wel van toepassing:
Indien dieren worden geslacht volgens speciale methoden die vereist zijn voor religieuze riten, zijn de voorschriften van artikel 4 lid 1 nvt ( = verplicht bedwelmen) mits het slachten plaatsvindt in een slachthuis ( Vo 1099/2009 artikel 4 vierde lid).
Indien voor de toepassing van artikel 4 lid 4 dieren zonder bedwelming worden gedood, voert de voor het slachten verantwoordelijke persoon stelselmatig controles uit om zich ervan te verzekeren dat de dieren geen tekenen van
bewustzijn of gevoeligheid vertonen voordat zij uit de fixatie worden losgemaakt, noch enig teken van leven vertonen voordat zij worden geslacht of gebroeid ( Vo 1099/2009 artikel 5 tweede lid).
De bedrijfsexploitanten zorgen ervoor dat alle dieren die zonder voorafgaande bedwelming gedood worden overeenkomstig artikel 4 lid 4, afzonderlijk gefixeerd worden ( ..) ( Vo 1099/2009 artikel 15 tweede lid).
De volgende fixatiemethoden zijn verboden:
a) het ophangen van dieren die bij bewustzijn zijn (dit betreft konijnen,
want pluimvee mag bij bewustzijn aan haken worden gehangen)
b) het mechanisch vastklemmen of samenbinden
van de poten of voeten van dieren
c) doorsnijden van de ruggemerg
d) immobilisatie door stroom ( ….) ( idem derde lid)
Specifieke voorschriften voor het onbedwelmd slachten of doden zijn vastgelegd in het Besluit tot wijziging van het besluit ritueel slachten:
Het onbedwelmd slachten van dieren geschiedt overeenkomstig de op grond van artikel 114 eerste lid vd wet aangewezen toezichthouder in het belang van de bescherming van het slachtdier gegeven aanwijzingen (Besluit ritueel
slachten Art. 5.1).
Deze aanwijzingen kunnen betrekking hebben op:
– De gang van zaken rond het slachtproces, oa de wijze waarop en de volgorde waarin de dieren worden geslacht ( idem Art 5.2.)
– Het aantal personen dat betrokken is bij het fixeren, slachten en verbloeden van het dier (idem Art. 5.2. )
– Het staken van het slachtproces indien onvoldoende is gegarandeerd dat daarbij wordt voldaan aan de eisen van
verordening 1099/2009 van dit besluit (idem Art. 5.2.).
Het toebrengen van de halssnede gebeurt met een vlijmscherp mes door een persoon die niet tevens belast is met het fixeren van de dieren
( Besluit ritueel slachten Art. 9.1 ).
Bij pluimvee worden ten minste 30 seconden na het aanbrengen van de halssnede geen verdere slachthandelingen
verricht (idem Art. 9.2 ).
(…) systematische worden de beide halsslagaders aangesneden (zie Verbloeden)
http://www3.vwa.nl/werkwijzer/Dier/WLZVL-030.pdf
onverdoofd